"Je doet me er een plezier mee als je mijn motor wilt rijden," zegt John vanmorgen nog een keer. Het is 3 graden en John heeft het gehad met de kou. Hij voelt zich al een paar dagen niet zo lekker ook. Om die reden had ik mijn pak al klaargelegd, maar John had er moeite mee me te vragen in de kou te rijden. Gister bood ik het hem dus nog maar een keer aan.
Ik ben vanmorgen wakker voor de wekker afgaat, trek wollen onderkleding aan en een sweater en over mijn Stadler zomerpak met protectoren de gore-tex overbroek en -jas. De winterhandschoenen waarvan ik me in Pakistan afvroeg waarom ik ze meegenomen heb komen nu goed van pas. De route is een kleine 200km lang. "Heb je de sleutel," vraag ik John als ik wil starten. "Oh verdraaid, die heb ik natuurlijk weer in mijn zak gestoken."
Ik rij achteraan, volg de anderen. De kaart in Johns tanktas is niet echt gedetailleerd en op geen van de 3 GPS'sen die ik tot mijn beschikking heb kon de route berekend worden.
Het is bewolkt en behalve een paar voorzichtige stralen zonlicht krijgen we ook een paar druppels regen over ons heen. Ondertussen klimmen we naar de 4000 meter. 4019 om precies te zijn. We rijden de wolken in en de temperatuur zakt naar 2 graden.
In de hotel lobby is het net zo koud als buiten. "Waarom doen jullie de deuren niet dicht," vraag ik de receptionist die in dikke jas naast een bijgezette radiateur nog steeds verkleumd zit te werken in het zicht van twee wijd openstaande deuren. In de lobby zitten veel gasten op de tocht. Sommige eten, anderen zijn met laptops, I-pads etc bezig, allemaal in dikke jassen, bontkragen, mutsen, handschoenen. "Maar als de deur dicht is komt er niemand binnen," krijg ik als antwoord. Zelfs al begrijpen we dat laatste, dan nog is dit waanzin.
De ene bijzet-radiateur verwarmt de kamer nauwelijks. Er liggen extra dekbedden in de kast en op de matras ligt een electrische deken. "Wanneer rijden we de bergen uit," wordt er bij de lunch gevraagd nadat we tevergeefs geprobeerd hebben om extra verwarming in de kamers te krijgen. Ook hebben we geen van allen zin om hier een dag te blijven. De heilige berg, die je met een kabinelift kan beklimmen, kan ons eigenlijk gestolen worden. We zagen bij aankomst de horden mensen voor de lift in de rij staan, onder paraplu's want het regent een beetje.
Samen met Chloe kijk ik naar de kaart en naar mogelijkheden om het reisprogramma aan te passen. Er zijn grofweg twee mogelijkheden of een combinatie van de twee. We bellen de hotels om te checken welke faciliteiten ze hebben en vragen ze ook om de weersverwachting voor morgen, die we met de anderen bespreken.
En zo komt het dat we al naar het zuiden af zullen zakken naar Jianyou dat richting Chengdu ligt. Langs de rivier de Yangtze zullen we rijden over binnenwegen.
"Ik blijf eigenlijk liever in de bergen als jij niet in de kou wil rijden," plaag ik John in de hoop dat ik morgen weer zijn motor mag rijden. En dat mag.
|