Op de Grote Muur
De eetzaal had iets van
een Van der Valk restaurant op een zondagavond.
Alle tafels zijn bezet en er is veel geroezemoes.
Er zij wel verschillen; een enkel geroezemoes
was erg luid en men spuugde op de grond of daar
waar de flats een laatste rustplaats vond. In
deze ambiance kookten Dafne en ik spinaziebladeren
en lapjes vlees in een potje soep waaronder een
klein vuurtje brandde. Hotpot is de vertaling
voor dit gerecht en het smaakt bijzonder. Dat
was gisteravond.

Vanochtend ben ik voor
vertrek nog gaan hardlopen. Mijn rondje ging door
een park waar veel mensen, net zoals ik, hun spieren
oefenden. Ik in gestrekte draf, zij in een gepaste
stijl in een park of voor een McDonalds.

De weg op weg naar de Grote
of Lange Muur gaat niet over rozen maar langs
en soms over maïskorrels en kolven. Kilometers
lang ligt het langs de weg en mensen harken, wegen,
scheppen en graaien in de korrels . Wanneer door
dit goudgele geweld onze gids even verblind wordt,
rijden we een tikje te ver door. Gelukkig wordt
na 10 km de fout hersteld met een andere fout,
waardoor we zomaar op een bochtige weg terecht
komen.
De hoge bergen naast ons steken hun toppen parmantig
omhoog en laten hun ruwe vormen weerspiegelen
in de vele meertjes. Eenzame vissers kijken hoopval
naar hun dobber en verliefde stelletjes roeien
hun rondje over het meer en kijken hoopvol in
elkaars ogen. Onze ogen staren naar in de verte
en ineens zien we op een bergkam een bekend beeld.
Is het echt?
Wat een vreemd gevoel is
het; iets te herkennen wat je nog nooit in het
echt gezien hebt maar toch zo overduidelijk is.
We zien een deel van de Grote Muur. Een paar uur
later staan we er bovenop!

|